Nederland ligt laag en is relatief vlak. Toch heeft iedereen die wel eens een fietstocht in de duinstreek, op de Veluwe of in Zuid-Limburg heeft gemaakt, zelf ervaren dat Nederland wel degelijk hoogteverschillen kent. En zelfs in het ogenschijnlijk vlakke polderlandschap zijn er tal van kleine kuilen en kopjes te herkennen. Als je dat eenmaal leert zien, gaat er een wereld voor je open. Natuurlijk hebben we niet van die spectaculaire dalen als de Grand Canyon of indrukwekkende bergtoppen zoals in de Alpen, maar we hebben wel een uniek en bijzonder afwisselend landschap. Het Nederlandse landschap is een landschap voor de fijnproever; een landschap dat uitnodigt om te voet of per fiets te worden verkend. En daarbij kom je allerlei terreinvormen tegen die iets vertellen over de geschiedenis van het landschap. Al die terreinvormen samen, maar ook onze bodems, de materialen en structuren, de patronen en de processen, vormen ons aardkundig erfgoed.
Het verhaal achter elk van die aardkundige fenomenen is buitengewoon boeiend. Dat verhaal kunnen lezen, verhoogt de landschappelijke beleving. Daarnaast zijn deze aardkundige waarden in ecologisch opzicht van groot belang. Kleine terreinvormen dragen bij aan lokale variatie van flora en fauna en grote terreinvormen kennen dikwijls veel gradiënten: overgangen van nat naar droog, van kalkrijk naar kalkarm, van humusrijk naar humusarm en dergelijke. Hierdoor draagt deze landschappelijke geodiversiteit in belangrijke mate bij aan de biodiversiteit van Nederland.
Over dit alles gaat de lezing ‘Aardkundig erfgoed in Nederland’. Alle aardkundige landschappen van Nederland, en de terreinvormen daarbinnen, worden besproken inclusief de menselijke invloed erop. Een lezing waarin je je zult verbazen over het eigen land.
bezoek de website